Donkey Inspire is een intiatief van Donkey Mobile.
Wilt u partner worden en uw content aanbieden op Donkey Inspire?
Mail support@donkeymobile.app
Inkijk exemplaar
CGK Nieuws
Zojuist geplaatst
Besluiten deputaten vertegenwoordiging
Opnieuw richten we ons als deputaten vertegenwoordiging tot u. Zoals u bekend is, heeft de generale synode van Rijnsburg/Nunspeet besloten om geen roepende kerk aan te wijzen. De synode heeft dit ingrijpende besluit niet zomaar genomen. Dat is gedaan omdat er naar het oordeel van de synode, na het intrekken ter synode van het interim-model en het ontbreken van voldoende draagvlak voor het zogenoemde A/B-model, geen ander gezamenlijk toekomstperspectief meer is om zonder meer gezamenlijk verder te gaan. Bovendien vond de oproep om zich te houden aan genomen synodebesluiten geen gehoor. De synode vond dat er in deze crisissituatie niet zomaar een volgende synode kan worden samengeroepen die verder gaat alsof er niets gebeurd is. De synode heeft daaraan de consequentie verbonden dat er daarom ook geen roepende kerk kon worden aangewezen.
De kerkenraad van Broeksterwoude-Petrus heeft bij deputaten vertegenwoordiging voorwaardelijk revisie aangevraagd van dit besluit. Enkele andere gemeenten hebben zich bij dit revisieverzoek aangesloten. De kerkenraad heeft het verzoek gedaan hierover in overleg te treden met mr. Bügel als zijn woordvoerder en een vertegenwoordiging van de kerkenraad. Toen wij als deputaten vertegenwoordiging dit bericht op 25 juni ontvingen, hebben wij zo snel mogelijk een extra vergadering belegd. Op deze vergadering hebben wij de conclusie getrokken dat we bij het beoordelen van dit verzoek kennis van buiten het deputaatschap nodig hebben. Wij hebben daarom enkele experts om advies gevraagd en de kerkenraad van Broeksterwoude-Petrus van deze stap in kennis gesteld. Omdat inmiddels de vakantieperiode was begonnen, hebben wij daarbij aangegeven dat we na de vakantieperiode met een inhoudelijke reactie zouden komen.
Voordat de vakantieperiode voorbij was, bleek er al een kort geding aangespannen te zijn door de raadsman van Broeksterwoude, advocaat mr. J.R. Bügel. Dat er door Broeksterwoude-Petrus voor gekozen is de gang naar de burgerlijke rechter te maken, betreuren we als deputaten vertegenwoordiging zeer. Daarbij hechten wij eraan te benadrukken dat, in tegenstelling tot de suggestie die in een eerdere brief door Broeksterwoude-Petrus is gedaan, deputaten vertegenwoordiging deze zaak níét met de pers hebben gedeeld.
Nu door anderen de gang naar de burgerlijke rechter is gemaakt, hebben wij als deputaten onszelf de vraag gesteld hoe we ons hiertoe hebben te verhouden. Is het wijs om vanwege de dreiging van het kort geding toch zelf als deputaten, ofwel de inmiddels gesloten synode weer samen te roepen, ofwel zelf een roepende kerk aan te wijzen? Een voorstel in die laatste richting is door verschillende experts gedaan. Tegelijk gaven die experts echter aan dat we daar strikt genomen niet het mandaat toe hebben. Om bij voorbaat als deputaten een besluit te nemen dat in strijd is met de besluitvorming van de afgesloten synode leek ons niet juist. We hebben daarom besloten dit niet te doen, maar in plaats daarvan het kort geding af te wachten.
De zitting in kort geding heeft inmiddels plaatsgevonden. Tijdens de zitting heeft de voorzieningenrechter nog geen uitspraak gedaan. Wel heeft hij een ‘advies’ gegeven, namelijk om toch alsnog een roepende kerk aan te wijzen. Daarbij heeft hij aangegeven: “Dit huwelijk lijkt ten einde te zijn na honderdvijftig jaar. Voorkom dat een echtscheiding een vechtscheiding wordt. Regel dat samen.” Die laatste woorden willen we van harte onderstrepen. De scheur in ons kerkverband is inmiddels duidelijk zichtbaar geworden. Laten we die realiteit onder ogen zien en daarbij voorkomen dat de scheur die getrokken is, met strijd en processen gepaard gaat. Ook tot het eerste deel van het advies van de rechter hebben we ons te verhouden. Nu is het nog altijd niet ons mandaat om de reeds gesloten synode samen te roepen of een roepende kerk aan te wijzen. Maar juist omdat we willen voorkomen dat de scheur die zich voltrekt met strijd gepaard gaat, willen we dat het huidige juridische gevecht zo snel mogelijk stopt. Van de beide opties – de reeds gesloten synode opnieuw samenroepen of zelf een roepende kerk aanwijzen – lijkt de laatste stap ons qua impact het kleinst.
Dit alles in overweging genomen, hebben we als deputaten het volgende standpunt ingenomen:
I. Om te voorkomen dat de zaak rond het al dan niet aanwijzen van een roepende kerk tot verdergaande juridisering leidt en zo ook de Naam van de Heere wordt onteerd, hebben deputaten vertegenwoordiging van de kerken het standpunt ingenomen om, gehoord het ‘advies’ van de rechter tijdens het kort geding dat diende op 25 augustus 2025, de kerk van Hoogeveen aan te wijzen als roepende kerk voor een volgende synode.
II. Vier van de vijf deputaten vertegenwoordiging, te weten de predikanten Buijs, Fokkema, Van Gent en Van der Zwan, maken tevens kenbaar dat zij voornemens zijn terug te treden als deputaten en wel om de volgende redenen:
het door deputaten ingenomen standpunt onder I omtrent de roepende kerk gaat in tegen wat de generale synode op 3 juni 2025 heeft uitgesproken;
het behoort naar hun overtuiging niet tot het mandaat van deputaten vertegenwoordiging om een synodebesluit ongedaan te maken;
uitsluitend om verdere rechtsstrijd te voorkomen hebben zij zich hiertoe echter desondanks genoodzaakt gevoeld;
voor de beleving van deze deputaten is hun geloofwaardigheid op dit punt in het geding.
Deputaten willen dit ingrijpende standpunt graag nader toelichten.
Deputaten vertegenwoordiging hebben het standpunt onder I aan de kerkenraad van Broeksterwoude-Petrus overgebracht. Voor alle vijf deputaten geldt dat we naar onze overtuiging niet anders konden handelen en besluiten als hierboven verwoord op het punt van het aanwijzen van een roepende kerk. We benadrukken daarbij dat, ondanks het feit dat we met dit standpunt tegen de besluitvorming van de synode ingaan, de verdere uitspraken van de synode en de onderliggende motivatie daarvan onverkort blijven staan. In dat verband verwijzen we naar een passage uit moderamenrapport 6: ‘Deze moeilijke situatie doet onontkoombaar de vraag rijzen: functioneert artikel 31 K.O. nog wel als de praktijk iets anders laat zien? En wanneer dat ter discussie staat, hoe kan de synode dan nog in lijn met artikel 30 K.O. (‘te behandelen wat in de mindere niet kon worden afgedaan, of wat behoort tot de kerken van de meerdere vergadering in het algemeen’) leiding geven aan het kerkverband?’ Aan de realiteit van deze passage is niets veranderd. Aan de realiteit van de crisis en de verantwoordelijkheid die in de besluitvorming expliciet aan de plaatselijke kerken is gegeven dus ook niet.
Tegelijk betekent dit standpunt voor 4 van de 5 deputaten een onmogelijke spagaat, die tot uitdrukking komt in het standpunt onder II. Terwijl de synode duidelijk heeft uitgesproken geen roepende kerk aan te wijzen, wordt nu toch verlangd dat te gaan doen. Dat synodebesluit was geen omissie, maar een weloverwogen meerderheidsbesluit. Deputaten achten het nog steeds geheel onkerkelijk dat één kerk hiervoor de synode voor de burgerlijke rechter dagvaardt. Tegelijk hebben deputaten de woorden van de voorzieningenrechter gehoord die aangeeft dat het huwelijk van de kerken na honderdvijftig jaar voorbij is en die oproept de echtscheiding niet nog verder te laten ontaarden in een vechtscheiding. En hoezeer ook het verkeerde forum, delen deputaten deze zienswijze. In die impasse hebben wij geen andere uitweg gezien dan zelf noodgedwongen de roepende kerk aan te wijzen. Deze stap, die deputaten bereid zijn te zetten, gaat al over de grens heen, maar is minder groot dan het samenroepen van een niet meer bestaande kerkelijke vergadering.
Helaas bleek het door ons ingenomen standpunt voor de kerkenraad van Broeksterwoude-Petrus als eisende partij niet voldoende om het kort geding te beëindigen. Vanuit ons verlangen om verdere juridisering nu juist te voorkomen betreuren we ook dat ten zeerste. Het betekent dat ons voorstel is afgewezen en we nu de uitkomst van het kort geding hebben af te wachten waarbij de rechter alle aangevoerde argumenten heeft af te wegen. Zoals aangegeven is een viertal deputaten voornemens terug te treden. Zij willen echter hangende het kort geding niet ontijdig hun posten verlaten.
Tot slot. Welke plaats een ieder van ons in het kerkverband ook inneemt, de huidige situatie vervult een ieder met verdriet en zorg. Graag doen we op u allen het dringende appel om bij alles wat er nu speelt elke vorm van strijd en verbittering te vermijden. Het is ons hartelijk gebed dat de Heere alle 181 gemeenten van ons kerkverband Zijn genade blijvend zal bewijzen. Laten wij allen elkaar in onze gebeden aan Hem opdragen.
Met broederlijke groet, deputaten vertegenwoordiging
preses, ds. P.D.J. Buijs assessor I, ds. A. van der Zwan assessor II, ds. W.J. van Gent scriba I, ds. J. Oosterbroek scriba II, ds. A.D. Fokkema